Jaimie van Sikkelerus weet zichzelf niet te belonen op Motorland Aragon. Na een goed opgebouwde race was de coureur uit Akersloot op weg naar een veertiende plaats toen hij in de laatste ronde ten val kwam.
Motorland Aragon was het decor voor de derde race van de World Supersport in 2019. Het raceweekend op het Spaanse circuit was tevens de eerste Europese ronde van het seizoen. De vrije trainingen liepen voor Jaimie van Sikkelerus niet naar wens, omdat hij net als in de race op Thailand kampte met elektronische problemen. Het team werkte erg hard om de issues op te lossen en dat lukte voor zaterdag.
In de kwalificatie voelde de Honda van Van Sikkelerus duidelijk beter aan. De MPM WILSport Racedays coureur zette een zestiende tijd op de klokken en kon daardoor in de wedstrijd op jacht om zijn doel te behalen; punten pakken in Aragon. Van Sikkelerus kende geen goede openingsronde, waarbij hij terugviel naar de achttiende positie. Vervolgens wist The Sikk naar voren te komen en vocht hij met Maria Herrera en Loris Cresson voor het laatste punt. Van Sikkelerus wist beide rijders in de slotfase af te troeven en reed op dat moment rondetijden die goed waren voor de top-tien. In de laatste ronde was Van Sikkelerus op weg naar een veertiende plaats tot het noodlot toesloeg. De Honda-coureur kwam ten val. Van Sikkelerus zelf was ongedeerd, maar keerde zonder punten huiswaarts.
Van Sikkelerus gaat zich nu opmaken voor zijn thuiswedstrijd, die volgende week (14 april) wordt verreden op het TT Circuit Assen.
Jaimie van Sikkelerus: ‘We waren erg tevreden met de zestiende tijd in de kwalificatie na de problemen in de vrije trainingen. De race ging ook goed, al was mijn eerste ronde niet sterk. Daarna wist ik mij op te werken voorbij Cresson en was ik op weg naar de punten. Ik lag veertiende toen ik in de laatste ronde pushte om de rijders achter mij te houden, al bleek later dat ik al een gat had gecreëerd. Vier bochten voor de finish vallen is erg zuur. Het tempo aan het einde van de race was goed genoeg voor de top-tien en dat vertrouwen nemen we mee naar Assen!’